VORM & AANPAK

 

De dramalijn is de tocht van Sint Nicolaas en zijn Pieten over de daken. We zien een mysterieus uitgelicht decor beschenen door een bleekblauwe maan. De Sint beweegt zich met een vanzelfsprekendheid en groot gemak over daken. Hij controleert en dirigeert zijn Pieten.

Een tweede rode lijn zijn twee broertjes (een gelovige en een twijfelaar). We komen hen zo nu en dan tegen bij diverse items. Op het eind van de reeks zitten ze samen op hun kamer. De jongste (de gelovige) probeert een blik op te vangen van de dakescapades van de Sint en zijn gevolg. Als dat niet lukt gaat hij teleurgesteld naar bed tot grote vreugde van zijn broer: “Zie  je wel, allemaal flauwekul”. Maar dan ontdekt de jongste in zijn bed verbaasd een fantastisch cadeau. De oudste blijft achterdochtig en stoer totdat hij ook zijn bed een surprise ziet liggen. Hij wordt er stil van. Dan zien we samen naar het slaapkamerraam stuiven.

Een paar daken verderop ontdekken zij het trotse silhouet van Sint Nicolaas. Hij lijkt ze een moment aan te kijken. De broers ontwaren een flauwe glimlach op zijn lippen. Dan draait hij zich om met een krachtige zwaai aan de teugels. Zijn lange dierode tabberd waait nog even in de wind. De jongens drukken hun neus tegen het raam en zeggen in koor: ‘Cool!’ De tabberd dekt speels het beeld af.

Voor bepaalde onderwerpen daalt hij af naar beneden ten behoeve van de zogenaamde ‘daklinks’.

Voor de soundtrack is gekozen voor een orkestrale aanpak met vooral veel hout voor de warme ondertoon.